Home Over ons bedrijf Techniek & tuning In de pers Nieuws Galerie Alfa Challenge Contact
Packard 733 Coupé 1930  (door Bert van Bruggen) We hebben vaker zulke oude of zelfs oudere auto’s bij ons op de bank gehad en afgesteld. We hadden alleen nooit met deze carburateur gewerkt. Aangezien er twee waren kregen we er een eerder opgestuurd om te kijken hoe hij werkt. Na dat dit duidelijk was en we wisten hoe we moesten gaan stellen, kwam de klant langs met de Packard. Als een auto op de bank staat schalen we hem eerst altijd in op het toerental van de auto. De auto draait niet zo heel veel toeren dus wel wilde het op 3000 toeren doen. Hij liep alleen zo slecht dat hij dit toerental helemaal niet haalde. Hij begon te sputteren en over te slaan, het leek erop dat de ontsteking niet naar behoren werkte. De auto  bleef toen en we moesten hem in orde maken. De dag erna is de ontsteking gedemonteerd en in de synchrograaf gecontroleerd met een andere bobine, omdat de originele in het contactslot verwerkt zit. Op de synchrograaf hebben we acht bougies zitten die op de ontsteking van de Packard aangesloten waren. Deze werd extern gevoed en de ontsteking werd door de kast aangedreven. We zagen niks raars met de bougies gebeuren. Toen hebben we op de synchrograaf de contacthoek van de contactpunten bekeken en het verloop ervan, ook hierop was niks aan te merken. Omdat we met een andere bobine werkte en met moderne bougies dachten we dat het verstandig was toch maar even naar de originele bobine te kijken. We hebben de synchrograaf zo dichtbij als mogelijk bij de auto gezet en de originele bobine met lange kabels aangesloten. De goede bougies gepakt, er lagen nog andere achterin de auto. We zagen dat de ontsteking vreselijk oversloeg en dachten het probleem gevonden te hebben. We hebben een nieuwe bobine in het originele contactslot gebouwd, vervolgens de ontsteking weer gemonteerd met alles erbij en getest. Nog steeds sloeg de ontsteking over. Toen hebben we de nog nieuwe bougies gemonteerd, de oude die erin zaten waren namelijk gitzwart. Heel even leek het alsof hij het goed deed, maar bovenin toeren was het nog steeds niet veel soeps. We hebben het zekere voor het onzekere genomen en even naar de benzine gekeken. Het rook niet echt meer vers, maar eerder erg oud. We hebben het helemaal afgetapt en vervangen met nieuwe verse. Voor tegen het schutbord zit een vacuümtank om de benzine aan te zuigen en het vervolgens naar het vlotter te leiden. Deze tank ook leeg gehaald, nu had hij er alleen moeite mee om het weer aan te zuigen. We hebben even opgezocht hoe hij werkt en het is echt prachtig. We hebben de tank voorin gevuld met benzine zodat hij lang genoeg loopt om zelf benzine aan te zuigen. Onderin toeren liep hij nu even goed en we hebben hem op de bank gezet om even naar het mengsel te kijken. We zagen dat hij vreselijk rijk was en na kort gelopen te hebben liep hij weer belabberd. Hij reageerde ook niet op het draaien aan de naald onderop de carburateur om het mengsel mee te stellen en de nieuwe bougies waren weer gitzwart. We besloten de carburateur maar eens na te kijken en hem te demonteren. Het was een nieuwe carburateur uit Amerika. We hebben hem uit elkaar gehaald en het vlotter bleek erg veel te lekken. Ook was de naald krom, zat los en als je hem ver omhoog draai om hem zo armer te zetten dan bleef de sproeier hangen. We hebben het vlotter gepakt van de oude carburateur, deze was niet lek de naald van de nieuwe hebben we wel gehouden. De naald hebben we recht gemaakt en vast gesoldeerd. We hebben vervolgens van beide carburateurs de beste onderdelen gepakt en hier een van gemaakt. Zo hebben we weegkleppen die de sproeier omhoog trekken van de oude gepakt. Puur omdat deze veel fijner afgewerkt was en een erg mooie radius inzat. We hebben ook gelijk de bougies schoon gemaakt (we hebben speciaal hiervoor een bougies straalapparaat) althans zo goed mogelijk, want ze bleven vreselijk zwart. We hadden niks beters dus we hebben het toch geprobeerd. De auto bleef overslaan. Om het uit te sluiten hebben we gekeken of de nokkenas goedstond en dat was ook zo. Het leek nog steeds aan de ontsteking te liggen. Dus we gingen  weer terug naar de synchrograaf. We gingen weer kijken of we iets geks zagen in de ontsteking zelf. We hebben de contactpunten alleen aangesloten. Zo konden we het beeld bekijken op de synchrograaf zelf. Bij 3000 toeren vloog er ineens een van de twee contactpunten af. Omdat we de ontsteking niet vertrouwden was dit de doorslaggever om er een elektronische opnemer op te bouwen. Zo is er zelf een aluminium grondplaat gedraaid met verstelbare sleuven en is er een elektronische opnemer van een Ford V8 aangepast om het te kunnen gebruiken. Nu zijn er ook geen slijtage onderdelen meer aan en als je het contact uit vergeet te zetten brand de bobine ook niet meer uit. Na montage viel bij het testen op dat er vonken over sloegen, binnenin de verdelerkap. De kap weer losgehaald en de rotor bekeken in de kap en die bleek gewoon 3mm tekort te zijn. We hebben deze opgelast en netjes gemaakt, dit scheelde wel maar hij liep nog niet goed. Terwijl we zeker wisten dat de carburateur en de ontsteking goed waren. We moesten even goed naar de bougies kijken. We kregen ze echt niet schoon, vervolgens bij een bougie de draad eraf geslepen en gekeken of we het schoon kregen. Dit lukte echt niet, zelfs niet na ze een tijd tegen de slijpsteen gehouden te hebben. Ze bleven zwart en waren gewoon helemaal poreus. We hebben een verloop voor de bougies laten draaien om zo normale bougies te kunnen gebruiken. En dit is echt enorm netjes geworden. Helemaal compleet inclusief een sleutel om de busjes mee te demonteren. Toen we dit gemonteerd hadden, liep hij eindelijk netjes op acht cilinders en konden we hem inschalen. Hij liep nog steeds niet goed maar we konden beginnen met afstellen. Bij het starten dacht Jaap gelijk aan de ontsteking en gaf aan dat ie vroeger moest en zo zijn we stapsgewijs verder gegaan, hier knapte hij enorm van op. Toen de ontsteking in de buurt stond zijn we aan het mengsel begonnen. Onderin stond hij erg rijk en bovenin weer veel te arm. We kregen hem met het verstellen van de naald niet in de buurt. Deze hebben we eruit gehaald en bovenin verslepen. Hij is dunner gemaakt, omdat hij rijker moest. Hier reageerde hij alleen niet op. Toen zijn we met een spiegeltje naar de sproeier gaan kijken om te zien hoever dat hij open word gezogen tijdens het rijden. Dit was minder ver dan verwacht, dus we hebben hem nog dunner gemaakt ook verder op de naald. Zo zijn we stapsgewijs verder gegaan om te steeds dichter bij het optimale mengsel te komen.  Hier onder ziet u de grafiek van de eerste en de laatste meting.
PACKARD
HOME
GALERIE
CLASSIC COLLEGE